Mariakerk

De Mariakerk van Uithuizermeeden is gebouwd in het midden van de 13e eeuw. De kerk is in latere eeuwen verder uitgebreid. In de 19e eeuw zijn de muren bepleisterd en kreeg de kerk zijn huidige neoclassicistische aanzicht.

In het interieur is veel werk terug te vinden van de Groninger kunstenaar Allert Meijer. De herenbanken, het doophek en de preekstoel werden door hem ontworpen. Het houtsnijwerk is van Jan de Rijk. Op de panelen van de kansel staan de vier evangelisten afgebeeld en de hoorn des overvloeds. Op de hoeken staan vrouwenfiguren als symbool voor de Liefde, Gerechtigheid, Voorzichtigheid en Standvastigheid. Allert Meijer ontwierp ook de 48,5 meter hoge toren van de kerk, die in het begin van de 18e eeuw werd gebouwd.

Volgens Karstkarel in zijn beschrijving van deze kerk is de gelijkenis met de toren van de Der Aa-kerk in Groningen niet toevallig, omdat Meijer, als stadsbouwmeester van Groningen ook de toren van die kerk heeft ontworpen.[1] De oude vrijstaande toren werd in 1734 afgebroken.[2] Op 26 augustus 1896 werd de toren door de bliksem getroffen en brandde af. In 1897 werd de toren herbouwd.

Het orgel in de kerk is naar een ontwerp van de orgelbouwer Albertus Antoni Hinsz (1704-1785), die met de bouw is begonnen, maar vrij snel daarna is overleden. Het instrument is afgebouwd door zijn meesterknecht Matthijs Hansen Hardorff (1747-1802).[3]

In de kerk bevindt zich de graftombe van Rudolf Huïnga (Rodolf Huinga), bewoner van de borg Ungersma. Deze borg nabij Uithuizermeeden is in de 17e eeuw afgebroken.

Remy 2019 05 13 00024346